A challenging way back home [Dutch]
Nadat de reis naar Agadir geheel vlekkeloos was verlopen kan ik dat niet zeggen van de terugreis.
Het begon allemaal in het laatste hotel van de rally. De resterende deelnemers kwamen over de finish en iedereen zou de rally afsluiten in het Be Live hotel in Stadia. Hier kregen we te horen dat de Mercedes G een aantal problemen had maar dat er zeker wel mee gereden kon worden. Zo schoot hij spontaan in een nood-loop waardoor de auto geen vermogen had en kon het motorlampje gaan branden maar dat was op te lossen door het verwijderen van de foutcode.
Het team waarvan de auto is was vergeten om de boot te boeken voor de eerste dag. Maar dit zou volgens organisatie geen probleem zijn want er vallen altijd teams uit en zo is er vaak een plekje vrij. Dat ging goed tot het moment dat de boot waarmee we vanuit Nador naar Almeria zouden gaan kapot was. Daarom zijn we op tijd vertrokken maar bij vertrek werd al duidelijk dat de problemen aan de auto goed merkbaar waren. Een vrachtwagen was niet in te halen maar daar konden we zeker genoegen mee nemen. Lekker rustig doorrijden en op naar huis.
Maar we zijn in Marokko, en daar is het allemaal toch even anders dan in Europa. Veel armoede en hoe dichter je bij de grens komt des te meer dat op gaat vallen. Ongeveer 10 kilometer voor de haven van Nador werd het steeds drukker langs de weg. Jongens ongeveer tussen de 12 en 24 renden mee met vrachtwagens maar probeerde nog niet heel veel. Dichter bij de haven werden de pogingen om op de vrachtwagen en aanhangers steeds meer en lukte het steeds vaker om erin te klimmen. Zo erg dat er meer dan 15 personen in en op de race truck van De Groot klommen om zo misschien de grens over te komen. In deze laatste vijf grimmige kilometers werden meer problemen aan de auto merkbaar. Bij laag toerental stotterde de auto en verbruikte hij veel diesel. Eenmaal bij de haven werden de pogingen minder maar een klein groepje bleef het toch proberen. Eenmaal binnen de hekken was het de beurt aan de bestuurders en leden van het team en de politie om alle ongewenste personen te verwijderen. Maar dat gaat niet op een lieve manier. Het is voor deze jongens een laatste redmiddel dus snel opgeven zullen ze niet doen. Zo werden velen er met veel geschreeuw hardhandig uit getrokken en verwijderd van het terrein door de politie. Sommigen zochten plekken met gevaar voor eigen leven. We vonden een jongen niet veel jonger dan ik boven op de aandrijflijn van de 6×6 service truck van De Groot. Een plek waar je niet eens aan denkt om tussen te kruipen als hij stil staat, laat staan als de truck rijdt.
Na even te hebben gewacht kwam Gert Duson aan in de haven om de tickets te regelen. Dit was het moment om te gaan controleren hoe groot de kans was voor ons om mee te mogen op de boot aangezien deze kleiner was. Dit bleek geheel onmogelijk te zijn en wij werden doorverwezen naar de haven van Melilla want daar zou plek genoeg zijn. Deze haven is Spaans grondgebied, best fijn want dan hebben we alle grensformaliteiten al gehad.
Maar op de 500 meter afstand tussen de haven van Nador en de grens van Spanje (Melilla) gebeurde meer dan je kunt verzinnen. Dit is een drukbezochte grensovergang, en geliefd bij de jongens die het geluk in Europa willen gaan zoeken. Deze jongens zijn zo hopeloos dat ze iedere kans aangrijpen om ergens op een Europees voertuig te kruipen zodra het maar mogelijk is. En met een redelijk grote vloot aan offroad service trucks met aanhangers was er kans genoeg voor hen. Wij zagen dan ook geregeld personen op vrachtwagens klimmen, op aanhangers en ieder vrij plekje wat ze konden vinden. Des te dichter bij de grens des te grimmiger het werd. De personen die werden gevonden door de politie werden hardhandig van de voertuigen gehaald en nog hardhandiger van het terrein verwijderd. Sommigen slaagde erin om een geruime tijd door te brengen in en op de voertuigen. Ze verstopte zich aan de binnenkant van reserve kanten op het dak, tussen de chassisbalken en in alle mogelijke kisten. Het is werkelijk onvoorstelbaar waar deze jongens tussen kropen.
Voorbij de paspoortcontrole begon het lange wachten. Met het idee dat wij de rally karavaan wilde volgen sloten we aan tussen de vrachtwagens. Dit bleek voor de snelheid niet heel bevorderlijk te zijn, maar voor de veiligheid en gemoedsrust zeker wel. De hele rally karavaan is een grote familie die goed voor elkaar zorgt, en dat is fijn als je met een auto van een ander rijdt en voor het eerst alles meemaakt.
Na samen met een lokale jongen voor een paar euro alle benodigde stempels te hebben gehaald vervolgende we onze weg over de 300 meter voor de voertuigen controle. Alles werd tot in de puntjes gecontroleerd door een grote groep agenten en ook onze auto werd goed doorgekeken. De controle van onze auto verliep vlot en zo waren wij eindelijk in Spanje. Gerust want de sfeer was hier stukken beter dan een paar honderd meter terug.
Vanaf de grens was het nog vijf kilometer rijden naar de haven maar daar ontstond het volgende probleem. De haven van Melilla is een betrekkelijk kleine haven, een die zeker niet berekend is om grote trucks met aanhangers waar dan nogmaals een truck op staat. Daarnaast was er bij de ferry maatschappij niets bekend over onze overgang naar na veel praten kwam er dan toch een lijst naar boven.
Maar, daar stonden wij niet op, na veel gepraat met de medewerkers kregen we te horen: “Go, go, go, also without ticket”. Dat klonk ons natuurlijks als muziek in de oren want wij stonden al een paar uur in de haven. Eenmaal voor de poort ging het alleen een stuk minder vlot. Zonder ticket, geen toegang was de boodschap. Maar daar hadden wij na de vorige opmerking van “Go, go, go, also without ticket” geen boodschap aan en blokkeerde twee grote trucks de weg zodat ze ons niet zomaar aan de kant konden zetten. Een kleine 20 minuten later verscheen er veel politie in de haven, die zwaarbewapend zich verdeelde tussen de voertuigen. Maar niet voor ons want het was een grote groep Marokkaanse jongens toch gelukt om in voertuigen te klimmen. Deze werden er met iets meer beleid vanaf gehaald en teruggebracht naar de grens.
De haven medewerkers hadden redelijk genoeg van ons want wij hield ondertussen al een half uur de boot op. Zo erg dat alle andere passagiers om alle trucks heen reden, zelfs over de stoep, om maar op de boot te komen. Hierna volgenden alle rally voortuigen die wel een ticket hadden maar wij bleven over samen met de truck van Verkooijen en een Sweeper truck van de organisatie.
Na nog een uur praten bleek het niet mogelijk om tickets van naam te veranderen en werden we geweigerd in de haven. De boot vertrok, zonder ons.
Hierna volgde weer een nieuwe uitdaging, waar laten we de dubbele truck van Verkooijen en de MAN CAT Sweeper truck in zo’n kleine haven. Wij vonden genoeg plekken maar de Guardia Civil ging nergens mee akkoord. Zo’n drie uur praten verder had de ferry maatschappij een kopie van onze papier om het de volgende dag makkelijker te kunnen maken maar een plek voor de voertuigen was er nog niet. Kort daarna kregen we te horen dat alle voertuigen op het parkeerterrein mochten staan, maar de toegangsweg was onmogelijk voor de grote trucks. We eindigden op een stuk braakliggend terrein waar met een beetje steken beide trucks op hun plek stonden. Voor de veiligheid heb ik onze auto bij de trucks gezet en resteerde er nog een kleine vijf uurtjes slaap in de voertuigen tot we de volgende ochtend opnieuw in gesprek konden met de ferry maatschappij.
De volgende ochtend hebben wij ontbeten met een glaasje sinaasappelsap en een broodje ham kaas van de lokale ondernemers en begon het wachten tot het loket openging. Om 10:00 ging het gordijntje van de ferry maatschappij omhoog en sloten wij direct aan met de vraag naar de tickets. Hier werd ons verteld dat we moesten wachten tot er om 11:30 een leidinggevende was. Opnieuw wachten, maar met het idee dat we weer een stapje verder waren richting huis.
Ronde 11:45 verscheen de leidinggevende achter het loket met een aantal tickets. Een ticket voor de Sweeper en bestuurder, een ticket voor de Scania van Verkooijen en de bestuurder maar niet voor onze Mercedes, voor ons zelf en voor de bijrijder van de Scania. Na nog eens anderhalf uur praten besloten we om het op te geven en maar gewoon een ticket te kopen. Dit lukte en zo konden we eindelijk de in de rij voor de boot gaan staan. Hier hadden we voor het eerst in de afgelopen 48 uur een beetje geluk want we stonden helemaal vooraan.
Opnieuw werden de voertuigen onderworpen aan een strenge controle en ook onze auto werd onder de loep genomen. Agenten van de Guardia Civil bekeken de auto bij alle deuren en ook de inhoud van de daktent werd grondig doorzocht. Na goedkeuring konden we aansluiten achter de twee Nederlandse trucks en waren we bijna op de boot.
De reis op de boot verliep goed. Een plek voor de auto was zo gevonden, ook voor de trucks en de reis zou zo’n 5,5 uur gaan duren. Tijd genoeg om wat te eten, wat te werken en wat slaap in te halen.
Bij het vertrek van de boot nog even snel een sprintje getrokken om alle mannen van de trucks te bedanken voor alle hulp en gezelligheid. Maar dan waren wij toch eindelijk echt in Spanje! Toch presteerde ik het om bij het verlaten van de haven al de verkeerde afslag te nemen maar na 5 kilometer omrijden waren we op de goede weg. De auto deed het goed, Ramon en ik hadden duidelijke plannen om veilig en snel weer terug in Nederland te komen en we hadden er zin in.
Niet veel later zakte onze moed een beetje weg toen weer merkbaar werd dat de auto geen vermogen meer had. We hadden van het team instructies gekregen om het mogelijk op te lossen maar deze hadden niet langer dan 10 minuten effect. Wij besloten dan ook om maar gewoon door te rijden tussen de vrachtwagens. Op weg naar huis, nog 2300 kilometer te gaan. Na een 150 kilometer werden de prestaties van de auto toch weer minder. Het vermogen zakte verder weg waardoor we maximaal 90 km/u reden en zochten wij een tankstation af om weer een reset te doen. Het resultaat was ongeveer een minuut aan vermogen maar daarna meer problemen. Zodra ik het gaspedaal aanraakte stotterde de auto en werd het tijd om nog eens te gaan kijken. Met het uitlezen van de foutcodes heb ik toch maar een bericht gestuurd naar iemand van De Groot om de situatie te overleggen. De reactie was dat de foutcodes bekend waren en dat we deze allemaal moesten negeren, ook het verhoogde verbruik en het stotteren was bekend bij hen dus probeerde wij onze weg te vervolgen. Wat ook lukte, want met nieuwe instructie om handmatig met toeren tussen de 3000 en 3500 te rijden leverde voor de volgende 120 kilometer geen problemen meer op.
Na drie uur zat mijn shift erop en nam Ramon plaats achter het stuur. Opnieuw weer een paar minuten vermogen maar het zakte weer weg. We besloten om terug te vallen op ons oude plan en maar gewoon door te rijden.
De afgelopen 72 uur waren indrukwekkend genoeg geweest en na een paar rustige kilometers besloot ik mijn ogen dicht te doen om rust te pakken. Maar dit bleek niet van lange duur.
Met Ramon achter het stuur schrok ik wakker van een stotterende auto die snel tot stilstand kwam. Midden op een, gelukkig, rustige snelweg net buiten Valencia. Na even goed om me heen te hebben gekeken ben ik uitgestapt om te kijken wat er was. Aan mijn kant was niets te zien, maar de linker zijkant van de auto was geheel bedekt in een laag zwarte olie.
Na dat ik plaats nam achter het stuur werd al duidelijk dat de auto niet wilde starten. Bij het inschakelen van de startmotor verdween alle spanning van de auto om na een paar seconde weer terug te komen. Ook was alle stuurbekrachtiging verdwenen en voelde de remmen heel vreemd aan. Ik heb de auto in zijn vrij gezet en achteruit terug de heuvel af laten rollen tot dat ik op de vluchtstrook stond. Welke overigens niet veel breder was dan de helft van de auto, niet bepaald ideaal.
Vanaf dit moment begon de zoektocht naar een mogelijke oorzaak en oplossing. Ramon gaf aan dat de auto geen vermogen had gehad en dat het olielampje een uur geleden even aan sprong maar daarna ook weer uit ging. Hij had niets vreemds aan de auto gemerkt tot dat deze abrupt met een stotter tot stilstand kwam. Met eigen ogen kwam ik niet veel verder dan dat de olie bij het linker voorwiel vandaan kwam en werd het tijd om contact met Nederland op te nemen. Allereerst om Marcel omdat hij op de hoogte was van onze situatie en ons goed kon adviseren over wat te doen. En vervolgens een bericht naar Fred van De Groot om de situatie voor te leggen.
Uit dit gesprek werd bekend dat er een 24 uursservice van Mercedes-Benz beschikbaar was en na een korte zoektocht kon ik dit nummer bellen. Ik kreeg een Vlaming aan de telefoon die keurig netjes de situatie opnam en ervoor zorgde dat er hulp kwam. Hierbij hadden we geluk bij een nare situatie want er was een Mercedes-Benz dealer in Valencia die dienst had en naar ons toe kwam.
De monteur was er met een uur en vond al snel de bron van de olie. Een montage beugel van de bumper had door wrijving een olieleiding beschadigd waardoor alles was weg gelopen. De oplossing was dan ook om de auto af te slepen naar de locatie van Mercedes-Benz Valencia. En werden wij met bagage naar een hotel gebracht.
Na alle betrokkenen op de hoogte te hebben gebracht konden wij nog een aantal uur slapen.
De vorige avond werd er uit de gesprekken bekend dat er een onderdeel uit Madrid moest komen maar het was niet duidelijk of deze ook aanwezig was. Het zou minimaal twee dagen gaan duren met de kans op veel meer vertraging. Dit was dan ook voor ons de aanleiding om op zoek te gaan naar een keuze wat we zouden gaan doen. Blijven we op de auto wachten of vliegen we terug naar Nederland. Na een ochtend vol gesprekken op en neer met Ben de Groot besloten we toch het vliegtuig naar Nederland te nemen.
De tickets waren snel geboekt, want om 11:30 wisten we dat we om 15:25 met een toestel van Transavia naar Nederland konden. Maar ik had de autopapieren nog in mijn tas en er lagen nog spullen in de auto. Gelukkig was de Mercedes-Benz dealer op een kwartiertje lopen van het hotel dus snelde ik me daarheen om te gaan kijken.
Eenmaal daar ontmoette ik dezelfde monteur als de nacht er voor die bezig was met de auto. Maar met veel slechter nieuws dan ik had willen horen. Hij gaf aan dat de motor zo droog was dat hij geheel vast stond en hij kreeg er geen beweging in. Na dit te hebben gemeld aan Ben de Groot heb ik in overleg met de mensen van Mercedes-Benz Valencia de resterende de spullen uit de auto gehaald en regelde zij een taxi voor ons.
Een taxi regelen was ons nog niet eerder gelukt, de mensen in het hotel gaven aan dat er geen enkele taxi beschikbaar was in de omgeving maar nog niet met welke reden. In de tijd dat ik bij Mercedes-Benz was kwam Ramon hier wel achter. Het bleek dat alle taxi’s aan het staken waren en dat de collega’s het anderen niet in dank af namen als zij wel reden.
Toch slaagde de mensen van Mercedes-Benz erin om een taxi te regelen welke zonder taxi bord verscheen. Dit deed hij om niet op te vallen bij anderen en hij zou ons ook niet helemaal bij het vliegveld kunnen afzetten. In de auto liet hij ons een filmpje zien van een groep bozen mannen die taxi’s bekogelde met eieren en ook ons werd duidelijk dat het eerder afzetten een goede oplossing was. Dankbaar stapte wij ongeveer 10 minuten lopen van het vliegveld uit en vervolgde wij onze weg. Dichterbij het vliegveld werd duidelijk dat het niet bij een filmpje bleef. Ook wij zagen taxi’s bedenkt met eieren en een grote groep boze mensen die andere taxi’s tegen hielden.
Na even te hebben gekeken vonden wij het genoeg gekte en gingen wij opzoek naar onze gate. De bagage werd ingecheckt, wij kregen onze boardingpas en konden door de controle. Ramon ging er zo doorheen maar mij vonden ze iets interessanter. Ik reisde namelijk met mijn cameratas als handbagage dus na een scan werd mij gevraag de hele tas leeg te maken in de bakjes en nogmaals door de scan te gaan. De bagage was dit keer geen probleem maar ze namen mij mee richter een drugsscan apparaat om me te controleren. Natuurlijk geen enkel spoor te vinden en wij kregen eindelijk het gevoel dat het goed ging komen. Na even te hebben gewacht, wat te hebben gegeten en gedronken stapte wij op het vliegtuig naar Nederland. Maar wel met een flink onderbuikgevoel. Aan de ene kant blij dat we naar huis konden maar ook heel erg naar dat wij een dure auto van een ander met veel schade achter moesten laten in Valencia.